Terug naar:  Mijn Verhaal  Hoofdmenu

 

Paul Halsema

Martha-Stichting

Zoals op de kaart te zien is, kwam ik als 4 jarige met mijn broer Hans (3 jaar) in de Martha Stichting.
Mijn jongste broer Peter (1 jaar) bleef thuis dwz bij mijn opa en oma.
Daar woonden we meet ooms en tantes in een tamelijk klein huis.
Ik herinner me, dat ik afscheid van mijn moeder nam, staande op het balkon van het kindertehuis.
Een juffrouw die me beertje noemde hield me vast. De geur die er bij hoort is van pindakaas.
Van deze aardige juffrouw kreeg ik later nog een mooie stuiter, maar die was ik gauw kwijtgeraakt.
De eerste jaren zat ik juffrouw Ans in een gemengde groep van jongens en meisjes.
In mijn achterhoofd blijft maar hangen dat ze ook een dochter had, maar dat lijkt niet waar te zijn.

Wat is er blijven hangen.
De hoofdtrap werd opgeknapt.
De klompenzolder en als het kapje eraf brak werd er een metalen bandje overheen aangebracht.
Duiven zijn uit de bomen geschoten.
Tussen de bomen werd een klimnet opgehangen.

Zondags kon er bezoek komen. Eerst stonden ze voor een gesloten poort. Later was de poort gewoon los.
Eens zag ik een kind vertwijfeld wachten op zijn bezoek. Ik vond dat zo erg, dat ik dacht, ik ga niet wachten, ik zie wel.
In de kleuterklas moesten we bij aanvang aan een kant staan en op een teken mochten we naar de spulletjes gaan.
Dat vond ik niet leuk en ging niet snel naar de overkant. Heb er geleerd te kleuren, vouwen en vlechten.
De geregelde gezondheidsonderzoek bestond uit ballen en piemel bekijken en prikken in arm of bil.
Een keer was de prik in de bil zo verkeerd gegaan, dat ik niet meer kon lopen en ds Meyer me naar de slaapzaal bracht.
Door een incident ben ik van mijn geloof gevallen. We moesten kerstliedjes zingen en de dirigent kwam langs ons lopen
en haalde mij er tussenuit en ik mocht naar de groep terug. Ik kon niet goed zingen, zei hij en ik dacht,
als er een god dan kan hij dat niet goed vinden, dus hij bestaat niet.

Heb leren zwemmen in het openlucht zwembad. Toen ik kon zwemmen durfde ik niet in het diepe.
Op een ogenblik riep een badmeester me en gaf me terloops een zetje het diepe in en zei zwemmen.
Toen was ik door die angst heen. Maar wat was het water vaak koud.

Zo hebben we een keer gevist in de Rijn een de visjes werden gebakken.
We wandelden ook de velden in, plukten gele plompen om in een drijfschaal te doen, zuring geproefd. Het waren fijne wandelingen.
Wandelen door Alphen vond ik niet leuk, we werden altijd nagekeken.
Zomer en winter liepen we in korte broeken. Hoe vaak we van kleren wisselden heb ik geen idee van.
Als er last was van hoofdluis, dan werden we ingesmeerd met kamferspiritus.

Ik heb voor ogen, dat degene die werkelijk luis had, kaal geknipt werd.
Tandenpoetsen moest de borstel nat gemaakt worden en in de poeder gedoopt.
Soms werden we helemaal gewassen en zaten in ons blootje te wachten. Wat soms hilarische momenten had, als een van ons een stijve
had werd er een nat washandje opgelegd.
We sliepen op een slaapzaal. Aan twee kanten rijen met bedden en een apart kamertje voor de juf, die er zo uit kon stormen.
In de zomer zijn we vaak op muggenjacht geweest

Ons beweegruimte was voor het gebouw, wie durfde kikkerde over het sluisje naar de overkant en terug.

Achter het gebouw stonden grote linden.
In principe mocht je niet om het gebouw heen. Verder weg lagen de tuinderijen.

Toen we een autoped gekregen hadden, reden we om de beurt
om het keukengebouw heen. Daar lagen tegels, verder alleen maar grint.
Een keer bewust meegemaakt, dat een van ons weggelopen was richting Den Haag. Hij werd weer teruggebracht.

Bij de juffen was een groot verloop, niemand is in mijn geheugen gebleven. We hadden we een tijdje een surinaamse juf.
De namen van de jongens zijn me ook niet bij gebleven, dus een echte vriendschap is er bij mij niet ontstaan.
Vaag staat de naam Karel Eckhart me bij, maar dat kan helemaal verkeerd zijn.(heb eens aan het archief gevraagd of ik de
namen vanuit die tijd kon inzien, maar dat mocht vanwege privecy niet, helaas)
Van het eten zijn me incidenten bijgebleven.
's ochtends brood met pap
's middags brood
's avonds warm en pap

We hadden een keer bloemkool met rupsen, werd niet gegeten.
Met pasen een keer eieren met dooiers, die al heel erg op kuikens leken, werden snel ingenomen.
Witlof was echt bitter
Snoep en koekjes werden van het bezoek verzameld en later verdeeld

Ik had het idee, dat mijn broer en ik wat bevoorrecht waren. We mochten 's zomers 4 weken 'naar huis',
dwz naar mijn opa en oma in IJmuiden.
Als naar de Martha Stichting gingen, reisden we eerst naar Leiden en toe nog lang met een stoomtrein naar Alphen.
Vanaf het station liepen we naar 'het bootje over' en daarna lopen naar het kindertehuis. Je kon ook helemaal omlopen via de ophaalbrug.
Ik herinner me een avond dat we hebben staan kijken naar de brand bij V&D vanuit de slaapzaal.

De padvinderij was voor mij een mooie afwisseling. Als welp gingen de beide ogen open, door dingen te leren. De verhalen en kampvuur.
We zijn zelfs een keer in Velsen Noord geweest. Het water smaakte heel ijzerhoudend.

Ik vond het lekker. Hoe we er gekomen zijn, geen idee. Neem aan met een bus.
Mijn relatie met Alphen is niet best door minder leuke ervaringen. Eerst al het nakijken.
Met een sinterklaasfeest kregen we een kwartje en mochten we zelf wat kopen. Een hele gebeurtenis.

Een van ons ging bij een slager binnen en kocht een stukje worst,
hij kreeg naar mijn idee een veel te klein stuk voor dat geld. Ik ben nog nooit zo kwaad geweest.
Op school zaten de kinderen van Alphen en wij. Erg vriendelijk waren ze niet. Een keer ben ik bij het bruggetje in de sloot geduwd,
toen ik naar de groep terug ging, werd dat prettig opgevangen. Vanwege de klasgrootte werd ik een klas hoger gezet.
De opdreunpartijen en bidden bleven me lang bij. De rapporten bestonden uit kleine papiertjes.


Op de foto zit ik met Nico, verder onbekend voor mij.
Achter de school waren schooltuintjes en we kregen zakjes bloemenzaad en mochten zelf je tuintje ontwerpen, heel leuk.
In 1953 werden we in februari naar binnen geroepen om naar de radio te luisteren, wat er gaande was met de stormramp.
We zijn nog lang de Rijn gelopen, het water stond echt tot de rand.
In dit jaar zijn we naar huis gegaan. Mijn moeder had een eigen huis gekregen.

 


12-01-2015