Terug naar:  Mijn Verhaal  Hoofdmenu

 

Gerda Rietveld

 

Herinneringen aan Thomas Rietveld

Opgetekend door zijn dochter: Gerda Rietveld

 

 Thomas Rietveld is overleden op 15 juni 1986. Hij was toen 64 jaar.

 

Mijn vader heeft van 1953 tot ongeveer 1975 bij de Martha-Stichting gewerkt in meerdere functies. Hij begon als werkmeester van de Technische Dienst en rond 1970 is hij leider Sport en Spel geworden.

Als werkmeester van de Technische Dienst was hij medeverantwoordelijk voor het onderhoud van alle huizen op de stichting. Vaak moest hij bij nacht en ontij naar een uitgevallen verwarming of een gesprongen waterleiding. In de zomer waren o.a. de spitsen op de verschillende torentjes aan de beurt. Hij en zijn collega’s waren dan druk met het vernieuwen van de dakbedekking en dat was een ‘hoogstaande’ en warme klus. Ook konden de jongens van de stichting een interne opleiding volgen voor lasser, loodgieter, timmerman etc. Dit werd uitgevoerd in de werkplaats en ook mijn vader was hierin betrokken als begeleider.

Het zal rond 1963 zijn geweest dat het idee werd opgevat om de toenmalige drumband nieuw leven in de blazen. Het ledental liep terug en het probleem was dat de uniformen en trommels sterk verouderd waren. Ook was er geen vaste begeleiding. Samen met een groot aantal pupillen, collega’s en hun partners heeft mijn vader zich toen sterk gemaakt om nieuwe kleding, schoenen, trommels en stokken bij elkaar te sparen. Er is langdurig oud papier in Alphen opgehaald waarvan nieuwe materialen werden gekocht, de kleermaker Henk van de Zwam (overleden op 11-12-2007) naaide de nieuwe uniformen en de stichting stelde een geldbedrag en de Kerkzaal ter beschikking als oefenlocatie. Binnen korte tijd was het aantal leden zodanig dat er weer goed geoefend kon worden. Omdat veel martelaren binnenkwamen en vrij snel weer werden overgeplaatst was er behoefte aan een vaste basis van buitenaf. In die 1ste jaren waren dat mijn broers Frans en Arie. Later had Frans geen tijd meer i.v.m. zijn werk en ben ik erbij gekomen. Vanaf dat moment kan ik uit eigen waarneming putten in deze terugblik.

 

Thomas Rietveld met dochters Elly en Jacqueline, 1982

Ik kan me lang alle namen niet meer herinneren omdat het verloop vrij groot was en ik daardoor niet altijd een ieders achternaam gekend heb. Toch was er lange tijd een vrij vaste bezetting door: Jan Bedee, Lia Peijzel, Theo Eerens, Gerda van Eijk, Irene Brouwer, Tineke Liplijn, Arie Rietveld, Sonja Visser, Ria Quak, Ditty Ouwehand, Johan Rijkhals, Rein Koning en vele vele anderen.

Er is beslist sprake geweest van een glorietijd. 1965 tot 1968 stonden in het teken van vele optredens, concoursen, bezoeken aan verzorgings- en ziekenhuizen tot en met deelname aan het defilé op Soestdijk ter gelegenheid van de verjaardag van de toenmalige Koningin Juliana.

Het was altijd een heel georganiseer om de kleding weer op tijd schoon en fris klaar te hebben hangen, er moest vervoer geregeld worden voor gemiddeld 50 drumbandleden en alle instrumenten, veel oefenen en er moest altijd voldoende begeleiding mee. Er waren namelijk altijd drumbandleden die ‘even weg moesten’ en dat mocht natuurlijk niet. In die context weet ik nog dat er in de weekenden wacht werd gelopen door werknemers van de Stichting.

Op een avond waren er een aantal jongens op weg gegaan naar het Oosterpark om daar wat dames te ontmoeten. De heer Hagenbeek belde mijn vader om versterking. Later vertelde mijn vader dat dhr. Hagenbeek zijn hond meegenomen had, hoewel het beest beslist niet de hoofdprijs als waakhond verdiende. Om toch indruk te maken op de jongens heeft hij toen de hondenriem iets te strak aangehaald waardoor de hond gevaarlijk klinkende (rochelende) geluiden begon te geven en de jongens het toch een beter plan vonden om huiswaarts te gaan.

Ook was aan mij de betrekkelijke eer om bij sommige vrouwelijke drumband- en majoretteleden te controleren of er wel fatsoenlijk ondergoed aangetrokken was. Met die korte rokjes en de stevige Hollandse wind was dat geen overbodige luxe. 

Mijn vader deed veel om de drumband, en later ook de majorettegroep, draaiende te houden. Ik kan me herinneren dat een van de dames een vrij zware boezem had. Omdat de trommel met een lederen riem om de schouder bevestigd zat kreeg de dame in kwestie steeds rug- en schouderklachten. Dat kwam ook omdat zij geen goede BH bezat waardoor de steun ontbrak. Mijn vader is toen met haar naar Rotterdam gereden om een opmaat gemaakte BH voor haar te kopen. Het probleem was daarmee opgelost. Ook was ca. de helft van de leden van het vrouwelijke geslacht. Pa liep dan ook altijd met stapels maandverbanden in zijn jaszakken tijdens optredens.

Natuurlijk werden er ook conflicten binnen de leden uitgevochten. Dat kon heftige vormen aannemen en het kon daardoor gebeuren dat een oefenavond gezellig begon maar als een nachtkaarsje uitging. Mijn vader probeerde dan zoveel mogelijk de strijdende partijen met elkaar te laten praten en sprong ertussen als dat praten toch meppen werd.

Ik heb nog altijd dierbare herinneringen aan mijn tijd bij de drumband en de veelvuldige samenwerking met mijn vader heeft er tot aan zijn dood voor gezorgd dat wij een hele speciale vriendschapsband hebben gehad.

Mijn broer Arie is tot ons grote verdriet in 2005 overleden na een 2 jaar durende ziekte.

Arie Rietveld op 16-jarige leeftijd, 1967

Met Frans gaat het heel goed. Hij woont in België met zijn vriendin Gertie en is inmiddels met de VUT.

Zoals al gememoreerd is mijn vader in 1970 leider Sport en Spel geworden. Ook de functie van badmeester hoorde daarbij, maar mijn vader kon geen slag zwemmen. In korte tijd heeft hij dat alsnog geleerd en haalde alle benodigde zwemdiploma’s, inclusief het certificaat reddend zwemmen. Verder heeft hij de wekelijkse Soos geleid en verzorgde hij o.a. de cursus fotografie.

In 1975 kwam de Martha-Stichting in financiële problemen omdat pupillen steeds vaker bij pleeggezinnen werden geplaatst, hetgeen m.i. een goede ontwikkeling was, maar mijn vader was toen één van de ca. 50 mensen die moesten afvloeien.

Mijn Pa was een bijzonder mens. Hij was niet alleen mijn vader maar ook mijn grootste vriend. Ik prijs mij gelukkig met hem als vader, nog iedere dag is hij mijn grote voorbeeld. Zijn sociale gevoel, humor, loyaliteit, zelfs zijn ongedurigheid maar vooral zijn hang naar vrede, vriendschap en gerechtigheid.

Namens mij, mijn familie en vele jongelui die ‘zomaar’ op de Martha-Stichting terecht kwamen:

       

Bedankt lieve Pa voor jouw nooit aflatende liefde en zorg.

                                                                                                                                            14-01-2008